bereiding

1. 1

   Verwarm de oven voor op 65°C. Giet een bodempje olijfolie in een ovenvast pannetje en zet het 15 à 20 minuten in de oven, tot de olie een temperatuur van 65°C heeft. Laat de eidooiers met behulp van een lepel in de olie zakken. Konfijt ze 35 minuten in de oven. Haal de gekonfijte eidooiers voorzichtig met een schuimspaan uit de olie of zeef de olie.

2. 2

   Kook de pasta beetgaar volgens de aanwijzingen op de verpakking. Bak de spekjes in een droge koekenpan krokant. Blancheer de tuinbonen ongeveer 5 minuten in lichtgezouten water. Giet ze af en spoel ze onder koud water. Dop ze.

3. 3

   Maak de pesto. Pel de knoflook. Mix de koriander, de peterselie, de munt, de knoflook en de pijnboompitten glad met de olijfolie. Hou enkele takjes van de kruiden apart voor de afwerking. Breng de pesto op smaak met citroenschil, peper en zout.

4. 4

   Snij de citroen in partjes. Giet de pasta af en bewaar wat van het kookvocht. Hussel de helft van de pesto en wat kookvocht onder de pasta. Schep de pasta op de borden en verdeel er de tuinbonen en de spekjes over. Leg er een gekonfijte eidooier bij en werk de pasta af met de rest van de verse kruiden en een partje citroen. Geef er de rest van de pesto apart bij.