bereiding

1. 1

   Pel de rode ui en snij hem met een mandoline in dunne plakken. Breng 125 milliliter water met de witte azijn, de suiker en de steranijs aan de kook en giet het hete water over de rode ui. Dek de ui af en laat hem volledig afkoelen.

2. 2

   Meng het citroensap met een scheut olijfolie en leg er de makreelfilet 30 minuten in. Verwarm intussen de oven voor op 180°C. Spoel de bietjes schoon, dep ze droog en leg ze op een vel aluminiumfolie. Bestrooi ze met zout en rist er de blaadjes van de takjes tijm bij. Vouw de folie dicht en pof de bietjes 25 minuten in de oven tot ze beetgaar zijn.

3. 3

   Meng de wasabi onder de mayonaise. Schep de mayonaise in een spuitzak met gladde mond. Dep de makreelfilets droog en brand het vel met een brandertje licht bruin. Bestrooi ze met wat zeezout. Schil de bietjes en halveer ze. Bak ze even op in boter en blus ze met de balsamicoazijn. Laat de azijn even opkoken en kruid de bietjes met peper en zout.

4. 4

   Leg 2 blaadjes shiso op elk bord. Leg daar een gebrande makreelfilet op. Verdeel er wat gepekelde ui over, leg er de bietjes rond en spuit er toefjes wasabimayonaise bij. Werk de bordjes af met de lupine cress en serveer meteen.