Kerststol
bereiding
-
1
Doe de bloem, boter, suiker en zout in een ruime kom. Maak een kuiltje in het midden en giet er het gistmengsel in. Meng tot een samenhangend geheel en kneed nog even kort door tot het deeg glad en homogeen is.
-
2
Voeg de rozijnen, sukade (of sinaasappelschil) en de amandelschilfers toe en kneed door het deeg. Verdeel het deeg in twee stukken, bol ze op en laat ze 20 minuten rijzen onder plasticfolie.
-
3
Draai de twee deegballen om. Duw in het midden van elke bal een 'gootje' (dat lukt bijvoorbeeld goed door er je deegrol in te duwen).
-
4
Verdeel de marsepein in twee stukken en rol van elk stuk een worstje. Leg dit in het gootje dat je net hebt gemaakt.
-
5
Sla het deeg nu over het gootje met de marsepein toe, van links naar rechts. Duw lichtjes aan langs de marsepein.
-
6
Leg de twee stollen op een bakplaat met bakpapier - ver genoeg uit elkaar - en laat ze nog 45 minuten rijzen onder plasticfolie. Verwarm intussen de oven voor op 200°C.
-
7
Verwijder de plasticfolie en bak de stollen 35 minuten in de voorverwarmde oven. Smelt intussen de boter voor de afwerking.
-
8
Haal de gebakken stollen uit de oven, leg ze op een rooster en bestrijk ze onmiddellijk met gesmolten boter. Zo blijft de korst lekker zacht. Bestrooi de broden rijkelijk met bloemsuiker. Dit trekt een beetje in de gesmolten boter, bestrooi ze daarom na een kwartiertje nog een keer royaal met bloemsuiker.