Sushi met ei
bereiding
-
1
Stoom (of kook) de sushirijst gaar volgens de aanwijzingen op de verpakking.
-
2
Bak de eieren. Om een mooie ronde vorm te bekomen, rol je de opgerolde omelet na het bakken nog eens op met behulp van het rieten sushimatje. Leg daarvoor de opgerolde omelet met de richting van het riet mee op de onderkant van het matje en rol de omelet zo strak op. Fixeer de rol met 2 elastiekjes aan de uiteinden van het matje. Laat dit zo een halfuur rusten.
-
3
Leg een velletje nori op het sushimatje, met de blinkende kant van het zeewier naar onder. Bestrijk de volledige oppervlakte van het norivel met de lauwe sushirijst, maar laat bovenaan een strook van 2 centimeter vrij. Leg de opgerolde omelet onderaan de rijst op de nori, op 2 centi-meter van de onderrand. Rol de sushi op met behulp van het matje. Druk zacht aan en laat ongeveer een uur afkoelen.
-
4
Maak intussen de gezichtjes. Knip of pons de oogjes uit het tweede norivel. Schil de wortel, snij ’m in schijfjes en snij bekjes uit de schijfjes.
-
5
Snij de sushirol in schijven met een mesje dat je voor elke snee bevochtigt: zo plakt de rijst niet en heb je een gladde snee. Werk de rolletjes af met het wortel-bekje, de nori-oogjes en sesamzaadjes als pupillen.