bereiding

1. 1

   Kook de kwarteleitjes hard in 4 minuten. Pel ze.

2. 2

   Voor de kippetjes: schil de wortel en snij hem in schijfjes. Snij snaveltjes en ­hanenkammen uit de schijfjes. Voor de paashaasjes: snij oortjes uit schijfjes rammenas.

3. 3

   Prik de eitjes op satéstokjes. Maak een sneetje waar een bekje, hanenkam of oortje gaat komen en steek ze erin.

4. 4

   Knip of pons voor de haasjes een klein bolletje uit het norivel om als neus te gebruiken. Kleef het met een beetje water op het snoetje. Breek het stokje spaghetti in kleine stukjes en maak er de snorharen van het haasje mee. Opgelet: dit is louter decoratief en verwijder je dus voor het opeten.

5. 5

   Werk de kippetjes en haasjes af met oogjes van een druppel hoisinsaus dieje er met de punt van een satéstokje op dipt.

6. 6

   Snij de uiteinden van de komkommer. Snij ook onderaan de komkommer een lange strook ­weg zodat hij blijft liggen. Prik de satéstokjes op de komkommer en serveer.