bereiding

1. 1

   Verwarm de oven voor op 180°C. Schil de aardappelen, snij ze in stukken en kook ze gaar in gezouten water. Giet ze af en pureer ze. Breng de puree op smaak met de melk, de nootmuskaat, peper en zout. Voeg een klontje boter toe en meng tot een smeuïge puree. Doe de puree in een spuitzak.

2. 2

   Spoel de mosselen grondig. Doe ze met 100 milliliter witte wijn in een kookpot, zet er het deksel op en laat ze garen op een hoog vuur. Schud op tot alle schelpen open zijn. Zeef het kookvocht en hou het even apart. Haal de mosselen uit de schelp.

3. 3

   Maak de wortelen en de prei schoon en snij ze in fijne julienne. Snipper de selder fijn. Fruit de groenten aan in wat boter en kruid ze met peper en zout. Blus ze met de rest van de witte wijn, verkruimel er het visbouillonblokje bij en voeg 100 milliliter kookvocht van de mosselen toe. Voeg de room toe en roer om. Laat de saus zachtjes pruttelen tot de wortel beetgaar is. Bind de saus met sausbinder.

4. 4

   Meng het paneermeel met de gehakte peterselie, de dille en de geraspte kaas. Breng het op smaak met peper en zout en zet het even aan de kant. Vet een ovenschotel in met boter, leg in het midden de verschillende soorten rauwe visblokjes en de gegaarde mosselen. Lepel de groenten met de saus erover. Spuit dotjes puree aan de zijkant van de schotel. Strooi er de kruidencrumble over.

5. 5

   Gaar de vispannetjes 20 à 25 minuten in de oven. Haal ze uit de oven, strooi er de garnalen en de extra verse kruiden over en serveer.