Vispannetje met panko-peterseliecrumble
bereiding
-
1
Verwarm de oven voor op 180°C. Snij de kabeljauw- en de zalmfilets in gelijke blokjes van 35 à 40 gram. Rol de schartongfilets op. Spoel de mosselen drie keer onder stromend water.
-
2
Doe de mosselen met 100 milliliter witte wijn in een kookpot, zet het deksel op de pot en breng aan de kook op een hoog vuur. Schud op tot alle mosselschelpen open zijn. Zeef het kookvocht en hou het bij.
-
3
Verwijder het groene deel van de preistengels en bewaar het voor een soep. Spoel het wit. Schil de wortelen. Snij de prei en de wortelen in fijne julienne. Fruit ze aan in een pot met wat boter en kruid met peper en zout. Blus met de rest van de witte wijn, voeg 100 milliliter mosselkookvocht toe en verkruimel er het bouillonblokje bij. Voeg de room toe en roer om. Laat zachtjes sudderen tot de wortelen beetgaar zijn.
-
4
Meng de panko met de peterselie, de marjolein en 4 eetlepels olijfolie. Kruid met peper en zout. Vet een ovenschotel in met boter, schik er de verschillende visblokjes, de schartongrolletjes, de bouquetgarnalen en de mosselen in en lepel er de groenten met de saus over. Strooi er de grijze garnaaltjes en de panko-peterseliecrumble over. Gaar de schotel 20 à 25 minuten in de oven. Werk af met extra verse garnaaltjes.