bereiding

1. 1

   Maak eerst de rouille. Week het brood 5 minuten in de melk. Pel en pers er de knoflook bij. Meng goed met een garde. Giet heel traag de olijfolie bij het mengsel en blijf stevig roeren met de garde tot je de structuur van mayonaise krijgt. Kruid de rouille met het chilipoeder, peper en zout. Bewaar ze in de koelkast.

2. 2

   Pel de ui en snipper hem fijn. Pel en pers de knoflook. Maak de venkel en de selder schoon en snij ze in brunoise. Schil de wortelen en snij ze in brunoise. Spoel en ontpit de tomaten en snij ze in blokjes. Verhit een scheutje olijfolie in een grote kookpot en stoof de groenten aan met de saffraandraadjes. Laat ze op een laag vuur 10 minuten stoven.

3. 3

   Spoel de mosselen en de vongole. Snij de vis in grove stukken. Blus de gestoofde groenten met de twee soorten fond en breng het geheel aan de kook. Voeg de mosselen en de vongole toe en laat de schelpen openkomen. Voeg de tomatenblokjes, de langoustines of tijgergarnalen en de stukken vis toe en laat alles nog 2 minuten mee garen.

4. 4

   Snij het stokbrood in sneetjes en rooster ze. Snij de sint-jakobsvruchten in plakjes en verdeel ze over de borden. Overgiet ze met de bouillon en verdeel de stukken vis, vongole en mosselen over de borden. Werk de bouillabaisse af met de peterselie en serveer ze met het knapperig brood en de rouille. Ook lekker met gekookte aardappelen in plaats van brood.