bereiding

1. 1

   Maak eerst de veenbessen. Breng 60 milliliter water met de suiker op middelhoog vuur tot tegen het kookpunt aan. Roer tot de suiker is opgelost. Wentel de veenbessen door de siroop, strooi er wat extra suiker op en laat ze een tijdje drogen op een vel bakpapier.

2. 2

   Maak de muffins. Meng de bloem met het bakpoeder, het kaneelpoeder, het gemberpoeder en beide suikers. Mix er één voor één de eieren onder. Giet er langzaam en al mixend de olie bij. Spatel er de geraspte gember onder en laat het beslag ongeveer 15 minuten rusten.

3. 3

   Verwarm de oven voor op 180°C. Bekleed het muffinblik met bakpapiertjes. Vul ze tot 2/3de met het beslag en bak ze in 25 minuten goudbruin en gaar in de oven. Laat de muffins volledig afkoelen op een rooster.

4. 4

   Maak de frosting. Mix de boter met de roomkaas en de geraspte citroenschil glad. Mix er in delen de poedersuiker onder. Schep de frosting in een spuitzak met eengekartelde mond en leg die tot gebruik in de koelkast.

5. 5

   Spuit een toefje citroen­frosting op de afgekoelde muffins en werk ze af met ­enkele gesuikerde veenbessen en een takje rozemarijn.