bereiding

1. 1

   Bereid de rodekool. Maak de kool schoon en snipper ze fijn met een mandoline of scherp mes. Schep ze in een schone bokaal. Breng de azijn samen met 125 milliliter water, de suiker en het zout in een steelpannetje aan de kook en roer tot de suiker en het zout zijn opgelost.

2. 2

   Schenk het pekelvocht bij de rodekool in de bokaal. Voeg de flinterdunne citroenschil toe en maak de randjes van de bokaal goed schoon. Draai de bokaal toe en bewaar de gepekelde kool op een koele, donkere plaats.

3. 3

   Verwarm de oven voor op 180°C. Boen de pompelmoezen en de mandarijnen schoon en snij ze ongeschild in partjes. Hussel er de veenbessen, de sumak, peper, zout en olijfolie onder en rooster het fruit 20 minuten in de oven.

4. 4

   Snij het rozijnenbrood in blokjes en bak ze in boter krokant en goudbruin. Laat ze uitlekken op keukenpapier. Maak de pan schoon, verhit er wat olijfolie en boter in en bak de gepaneerde geitenkaasjes rondom krokant volgens de aanwijzingen op de verpakking.

5. 5

   Pel en snipper de sjalot. Meng ze samen met 3 eetlepels van het inmaakvocht van de rodekool, de honing en de mosterd tot een dressing. Kruid die met peper en zout. Neem het geroosterde citrusfruit uit de oven.

6. 6

   Snipper de dille. Maak het witloof schoon en snij de stronkjes in partjes. Leg het witloof samen met het geroosterde fruit in een schaal. Werk de salade af met de dressing, een lepel ingemaakte rodekool, de krokant gebakken geitenkaasjes, de croutons en de dille.