bereiding

1. 1

   Meng de bloem met de griessuiker. Voeg de eieren en de rum toe en meng kort onder elkaar. Je kunt dit met de hand doen of met de keukenrobot.

2. 2

   Snij de boerenboter in blokjes en voeg ze toe. Kneed alles samen tot een homogeen deeg. Leg het deeg in een gesloten kom en zet het een nacht in de koelkast.

3. 3

   Maak bolletjes van elk 20 gram van het deeg. Rol alle bolletjes tot worstjes van 8 cm lang. Zet ze nog 1 uur in de koelkast.

4. 4

   Zet de thermostaat van een wafelijzer met wafelvormig voor fijne wafeltjes op 6. Bak de deegworstjes in 3 minuten tot krokante wafeltjes. Schep ze voorzichtig met een spatel op een rooster en laat ze volledig afkoelen. Maak het wafelijzer telkens schoon met wat keukenpapier alvorens de volgende lading wafeltjes te bakken. Bewaar de koekjes in een goed afsluitbare koekjestrommel.