bereiding

1. 1

   Doe de zelfrijzende bloem en de gist in een mengkom. Voeg de suiker, het zout, de olijfolie, 1 ei en de za’atar toe. Voeg het lauwe water toe en meng alles tot een mooi soepel deeg.

2. 2

   Vet een kom in met wat extra olijfolie en doe hier het deeg in. Dek de kom af met een vochtige keukenhanddoek en laat het deeg 1 uur rijzen.

3. 3

   Verwarm de oven voor op 180°C. Klop de lucht uit het deeg, verdeel het in 6 gelijke delen en rol er 6 worstjes van. Pits de uiteinden van de worstjes eraf en rol die tot bolletjes. Dit worden de staartjes.

4. 4

   Plooi de uiteinden van de worstjes naar het midden en vlecht ze. Vorm van de uiteinden mooie lange konijnenoren en zet de staartjes op de broodjes.

5. 5

   Leg de konijnenbroodjes op een met bakpapier beklede bakplaat en laat ze nog 15 minuten rijzen onder een vochtige keukenhanddoek. Klop het tweede ei los met wat water en bestrijk de broodjes met een borsteltje met het eimengsel. Bak de broodjes zo’n 20 minuten in de oven.