Andere bakvorm? Even omrekenen!
Dat gaat makkelijk met onze omrekentabel
Je wilt een biscuit bakken maar het recept zegt dat hij in een bakvorm van 24 cm diameter moet, en jij hebt er alleen een van 26 cm? Met onze handige tabel reken jij uit hoeveel beslag je nodig hebt voor jouw vorm.
Wie bakt, weet dat de maat van de bakvorm invloed heeft op het resultaat: als je een grotere vorm gebruikt dan voorgeschreven door het recept, wordt je taart minder hoog, gebruik je een kleinere vorm, dan wordt ze net hoger. En je zult altijd zien dat net díé maat van taartvorm wordt gebruikt die jij niet in huis hebt. Dan kun je twee dingen doen.
1 Ik gebruik de vorm die ik heb en behoud het recept
Helemaal oké, als je het goed vindt dat je taart, cake of quiche groter of kleiner en hoger of lager wordt dan in het recept. Hou wel rekening met een aanpassing van de baktijd:
- grotere bakvorm = lagere taart -> baktijd verkorten
- kleinere vorm = hogere taart -> baktijd verlengen
Hou in beide gevallen je gebak in het oog en test, wanneer je denkt dat de taart gaar is, met een prikkertje. Komt de prikker droog uit de taart, dan is ze klaar. Hangt er nog wat beslag aan, verleng de baktijd dan met 5 minuten en test opnieuw. Is er een groot verschil tussen de maat van jouw vorm en de vorm uit het recept, dan is het misschien ook nodig om de temperatuur wat aan te passen. Daar lees je meer over in dit artikel met baktips.
2 Ik gebruik de vorm die ik heb maar pas het recept aan
Je past de hoeveelheden van de ingrediënten aan. Op deze manier zal je taart, cake of quiche het meeste lijken op de taart van de foto bij het recept. Gebruik hiervoor deze tabel.
20 cm | 22 cm | 24 cm | 26 cm |
---|---|---|---|
20 cm | 1,21 | 1,44 | 1,69 |
22 cm | 0,83 | 1,19 | 1,40 |
24 cm | 0,69 | 0,84 | 1,17 |
26 cm | 0,59 | 0,72 | 0,85 |
Hoe werkt het?
- De diameters in de linkerkolom staan voor de diameter van de taartvorm die aangegeven staat in het recept. De diameters in de bovenste rij staan voor de diameter van jouw taartvorm.
- Zoek de diameter van de vorm uit het recept (bijvoorbeeld 22 cm) in de linkerkolom. Zoek de diameter van jouw vorm (bijvoorbeeld 24 cm) in de bovenste rij. Waar de rij en de kolom elkaar kruisen, staat een getal. Dat is de factor waarmee je de ingrediënten moet vermenigvuldigen.
- Bijvoorbeeld: voor een cake heb je volgens het recept 4 eieren, 250 g boter, 250 g suiker en 250 g zelfrijzende bloem nodig, en een bakvorm van 22 cm diameter. Jij hebt een bakvorm van 24 cm diameter dus
4 eieren x 1,19 = 4,76 eieren (dit mag je afronden naar 5 eieren)
250 g boter x 1,19 = 297,5 g boter (dit mag je afronden naar 300 g) en idem voor de suiker en de bloem - Wanneer je met de nieuwe hoeveelheden je deeg maakt, zal je cake even hoog worden als in de kleinere vorm uit het recept.
Tenzij het om een groot verschil gaat tussen jouw bakvorm en die uit het recept, zal de baktijd doorgaans hetzelfde blijven. Controleer altijd de gaarheid van een cake of biscuit met een prikkertje en laat je kookwekker liever wat vroeger rinkelen dan te laat.
Wat als de maat van de bakvorm niet vermeld wordt in het recept?
Dan zouden wij gokken op 24 cm diameter. Test het uit, en kijk of het resultaat is wat jij voor ogen had. Nee? Dan gebruik je volgende keer een kleinere of grotere vorm.
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest, YouTube en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!