Coquilles perfect bakken: zo doe je dat
Een delicatesse bij je thuis.
Coquilles of sint-jakobsvruchten zijn het vlees uit de sint-jakobsschelp. Ze hebben een boterzachte textuur met een nootachtige smaak én zijn helemaal niet moeilijk om klaar te maken.
Coquilles zijn een heerlijke delicatesse uit de zee, afkomstig van de sint-jakobsschelp. Je kunt er heel wat kanten mee uit, van verfijnd voorgerecht tot pronkstuk van je hoofdgerecht, van rauw tot gebakken. En dat laatste is helemaal niet zo moeilijk. Hier zijn enkele tips om je op weg te helpen:
- Begin met het selecteren van de juiste coquilles. Kies voor verse, stevige exemplaren die niet te groot zijn.
- Spoel de coquilles even onder koud water. Leg ze vervolgens even op een vel keukenpapier en dep ze voorzichtig droog. Het is belangrijk dat ze zo droog mogelijk zijn voordat je ze gaat bakken, anders komt er te veel vocht in je pan en kun je de coquilles niet krokant bakken.
- Verhit een pan op hoog vuur en voeg een beetje olijfolie en/of boter toe. Zorg ervoor dat de pan goed heet is voordat je de coquilles gaat bakken.
- Leg de coquilles in de pan en bak ze ongeveer 1-2 minuten aan elke kant, afhankelijk van de grootte van de coquilles. Ze moeten een goudbruine kleur hebben en lichtjes veerkrachtig aanvoelen als je erop drukt. Coquilles mogen binnenin nog een beetje rauw en glazig zijn. Als je ze te lang bakt, worden ze taai en rubberachtig.
- Voeg op het einde van de kooktijd nog een klein klontje boter toe aan de pan en laat het smelten. Besprenkel de coquilles met peper, zout en wat citroensap. Je kunt ze ook nog afwerken met bijvoorbeeld wat fijngehakte peterselie.
- Serveer de coquilles direct op een warm bord en geniet ervan!
Ga aan de slag met deze recepten
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest, YouTube en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!