bereiding

1. 1

   Verwarm de oven voor op 100°C. Leg 2 sneden peperkoek op een bakplaat en laat ze 2 uur drogen in de oven. Verkruimel ze en mix ze goed fijn. Dit kun je enkele dagen van tevoren doen, de crumble bewaar je gewoon in een goed afgesloten potje.

2. 2

   Verwarm de dag zelf de oven voor op 175°C. Schroei het gebraad aan alle kanten dicht in een pan met boter. Kruid met peper en zout. Leg het in een braadslede en laat nog ongeveer 30 minuten verder garen in de voorverwarmde oven.

3. 3

   Steek intussen met een parisienneboor bolletjes uit de pompoen. Doe ze in een pannetje en stoof ze 10 minuten aan in wat boter. Breng op smaak met peper en zout. Maak de zaadjes van de granaatappel los.

4. 4

   Mix de 4 resterende plakken peperkoek fijn en voeg kokend water toe tot je een gladde puree krijgt met de consistentie van chocopasta. Je kunt deze puree koud of warm gebruiken.

5. 5

   Haal het gebraad uit de oven en laat het 10 à 15 minuten rusten onder aluminiumfolie. Schep wat van de peperkoekpuree op de borden en strijk uit met een spatel of deegkrabber. Leg er een plakje gebraad op en werk af met bolletjes pompoen, granaatappelpitjes en wat peperkoekcrumble. Serveer meteen.