bereiding

1. 1

   Maak met de garnaalkoppen en -schalen een bouillon. Fruit ze aan in een klontje boter. Laat de selder even meebakken. Voeg water toe tot alles onderstaat. Breng aan de kook en zet dan het vuur zacht. Laat 15 minuten sudderen. Zeef de bouillon.

2. 2

   Fruit het sjalotje aan in wat boter, voeg de champignons toe en bak verder. Blus met de witte wijn en 200 ml garnalenbouillon. Laat tot de helft inkoken.

3. 3

   Bak de tongen in wat boter, kruid met peper en zout. Sprenkel er wat citroensap over.

4. 4

   Voeg de room toe aan de saus, laat indikken. Doe er de tomatenblokjes en de peterselie bij en laat even meewarmen. Breng verder op smaak met peper en zout. Serveer de tongen met de saus.