bereiding

1. 1

   Verwarm de melk en het wortelsap tot lauwwarm (38°C). Verkruimel de gist boven een kom en roer hem glad met het melkmengsel, de stroop, de boter, het zout en de specerijen.

2. 2

   Schil de wortels en rasp ze fijn. Hak de walnoten grof en meng ze door de wortel. Roer dit door het melkmengsel.

   Meng er 600 gram broodmeel door en vervolgens beetje bij beetje de rest van het meel. Kneed alles tot een glad en elastisch deeg.

3. 3

   Laat het deeg afgedekt met een theedoek circa 45 minuten rijzen of tot het in volume is verdubbeld.

4. 4

   Leg het deeg op een licht met meel bestoven werkvlak en verdeel het in drie gelijke porties.

   Vorm van één portie een rond brood en leg dat midden op een met bakpapier beklede bakplaat.

   Verdeel de rest van het deeg in 14 stukken en vorm van elk stuk een balletje.

5. 5

   Leg de balletjes met circa 1 centimeter tussenruimte langs de rand van de grotere lap deeg.

   Verwarm de oven voor op 200°C.

   Laat het deeg afgedekt met een theedoek 30-40 minuten rijzen.

6. 6

   Bestrijk het deeg met water en bestrooi het met zoud en zaad of pitten naar keuze.

   Bak het brood onder in de oven in circa 30 minuten goudbruin. Laat het op een taartrooster afkoelen.