Zelfgebakken boerenbrood met filet d'Anvers
bereiding
-
1
Voor het boerenbrood: Meng beide soorten bloem en stort ze uit op een proper werkvlak. Maak een kuiltje in het midden.
-
2
Los de gist op in 6 dl lauw water en giet in het kuiltje. Strooi het zout langs de rand van de bloem. Voeg nog 2 eetlepels olie toe in het kuiltje.
-
3
Begin de bloem met de gist te mengen, van binnen naar buiten. Eens alle bloem opgenomen is begint het kneden. Kneed het brooddeeg tot een soepel deeg. Leg het in een kom en dek af met een vochtige, propere doek. Zet op een warme plaats en laat rusten gedurende 40 minuten.
-
4
Kneed het deeg opnieuw door en vorm er twee broden mee. Laat nog een half uur rijzen.
-
5
Verwarm de oven voor op 200°. Zet het brood in de oven en bak het gedurende veertig minuten tot het goudkleurig en knapperig is. Laat afkoelen op een rooster en snijd het brood pas als het afgekoeld is.
-
6
Voor het beleg: .Spoel de radijzen en snijd in plakjes. Schil de komkommer en snijd in dunne plakjes. Maak de lente-ui schoon en snijd in fijne ringetjes. Hak een handvol kruiden (basilicum, kervel en dille).
-
7
Snijd dikke sneden van het boerenbrood. Breng de zure room op smaak met peper en zout en meng er de gehakte kruiden door.
-
8
Smeer de zure room op de sneden brood, beleg met radijzen, komkommer, lente-ui en plakjes filet d’Anvers die je tot roosjes vormt. Kruid nog met peper en zout, sprenkel er nog een straaltje olijfolie over en werk af met een vers takje kervel.