bereiding

Voorbereiding

1. 1

   Laat de erwtjes ontdooien. Snij de kip in repen van ongeveer 2 cm. Hak de sjalot fijn. 

2. 2

   Week de gedroogde morieljes 30 minuten in lauw water. Spoel ze grondig na onder de kraan en laat uitlekken. Zeef het weekvocht en zet even opzij. 

3. 3

   Verhit de olie in een braadpan en kleur de kippenreepjes 2 tot 4 minuten op matig vuur. Haal ze uit de pan. 

4. 4

   Fruit de sjalot glazig in een klontje boter. Voeg de morieljes toe en stoof ze even mee. Bestrooi met bloem en roer goed glad. Voeg al roerend het weekvocht van de paddenstoelen toe. Giet er de kippenbouillon bij en breng aan de kook. 

5. 5

   Doe de kippenreepjes weer in de pan en laat 10 minuten zachtjes koken. Roer geregeld. Voeg de room en de erwten toe en laat nog 5 tot 10 minuten sudderen tot de saus begint te dikken. Breng verder op smaak met peper, zout en citroensap.