Zwartpootkip met chutney, wilde champignons en jus van spinazie en dragon
bereiding
-
1
Snipper de sjalotten. Snij de pruimen in kleine stukjes. Snij de appel in kleine stukjes. Borstel de champignons schoon. Kneus de teentjes knoflook. Schil de pastinaak en snij 'm in stukjes. Verwarm de oven voor op 80 °C.
-
2
Maak eerst de chutney. Stoof de sjalot glazig in wat olie en voeg er de stukjes appel en pruim, de rozijnen, de azijn en de suiker aan toe. Breng aan de kook en laat indikken tot jamdikte.
-
3
Giet de hele chutney in brandschone glazen potjes, sluit ze en laat afkoelen. Bewaar ze op een donkere plek. De chutney blijft meerdere weken goed.
-
4
Leg de kip, met wat boter in vlokjes erop, in een ovenschaal met de gekneusde teentjes knoflook, de ongepelde sjalotten en de rozemarijn. Laat ze 1,5 à 2 uur garen op 80 °C. Overgiet ze geregeld met de gesmolten boter. Haal ze, als ze gaar is, uit de oven en laat 15 minuten rusten onder aluminiumfolie.
-
5
Deglaceer de braadschaal met de witte-wijnazijn en de wijn. Giet de saus door en zeef, doe er de spinazie en dragon bij en mix goed fijn.
-
6
Kook de pastinaak gaar in lichtgezouten water en pureer ze met een beetje van het kookvocht.
-
7
Bak de champignons in een klontje boter.
-
8
Leg op elk bord een stukje kippenborst met daarop een plakje lardo ( dat smelt) en een boutje. Serveer met een beetje pastinaakpuree, de champignons en de jus van spinazie en dragon. Werk af met de chutney.
Voorbereiding