bereiding

Voorbereiding

1. 1

   Spoel de visgraten. Maak wat selder, ui en een paar wortels schoon en snij in stukken. Spoel de mosselen en de spinazie.  Maak de prei schoon en snij het overgrote deel in dunne reepjes (ongeveer 7 cm lang).  Schil de aardappelen en de knolselder en snij in stukjes. 

2. 2

   Laat met de graten, een takje tijm, een laurierblad, een stukje citroen en 1,5 liter water 20 minuten zacht koken. Zeef, kruid met peper en zout.

3. 3

   Zet de mosselen op met 1 gesnipperde ui, wat in stukjes gesneden selder, een takje tijm en een laurierblad. Kruid met peper en kook tot ze openkomen. Haal de mosselen daarna uit hun schelp en hou apart. Zeef het kookvocht. 

4. 4

   Laat het kookvocht van de mosselen en de visfumet samen tot de helft inkoken. Doe er de room bij en laat weer inkoken tot de helft. Doe er de saffraan bij, roer goed en kruid met peper en zout. 

5. 5

   Laat de spinazie in een klontje boter. Druk het overtollige vocht eruit en kruid met peper, zout en nootmuskaat. Hou warm. 

6. 6

   Frituur de in reepjes gesneden prei in hete olie tot ze goudgeel zijn. Laat uitlekken op keukenpapier en bestrooi met zout. 

7. 7

   Snij de rest van prei in ringen van 2 cm en blancheer ze in lichtgezouten water. Vul de preiringen met mosseltjes.

8. 8

   Kook de stukken aardappelen en knolselder in licht gezouten water. Pureer, roer er een beetje room en een klontje boter door. Kruid met peper, zout en nootmuskaat. 

9. 9

   Haal de zeeduivelfilets door vloeiende bloem. Bak  ze in een mengsel van olijfolie  en boter. Snij in porties.

10. 10

    Maak een dikke streep met knolselderpuree op de borden. Leg de vis op de spinazie. Werk af met bieslook. Doe er wat saus en preiringen bij en versier met gefrituurde prei.