bereiding

1. 1

   Borstel de grote champignons schoon. Verwijder de steeltjes (maar bewaar ze). Doe de hoedjes in een pan met een beetje boter en laat ze 20 minuten zweten op een heel laag vuurtje. Laat ze afkoelen, met de holte waar het steeltje zat naar beneden.

2. 2

   Hak de steeltjes én de kleinere champignons fijn. Pel de sjalot en de knoflook en hak ze fijn. Stoof alles samen glazig in wat boter. Snij de gerookte ossentong in reepjes en doe ze bij de champignons en de ui in de pan. Blus met witte wijn en laat enkele minuten garen. Breng op smaak met peper en zout.

3. 3

   Smelt 50 g boter in een pannetje en roer er de bloem door. Laat goed doorwarmen. Roer er beetje bij beetje de melk door en blijf stevig roeren met een houten lepel. Voeg er de kaas aan toe, laat smelten en breng de saus op smaak met peper en zout.

4. 4

   Vul de champignonhoedjes met de vulling en verdeel er de kaassaus over. Zet ze in een vuurvaste schaal en gratineer ze onder de hete ovengrill.