Geroosterde kip met granaatappel en knolselderpuree
bereiding
-
1
Maak het glazuur. Breng het granaatappelsap aan de kook. Zet het vuur lager en laat in 15 minuten tot de helft inkoken. Meng de suiker met het maïszetmeel en roer los met 2 el koud water. Roer door het sap en laat het even indikken. Haal de pan van het vuur, giet het glazuur in een kom en dek af met vershoudfolie. Laat afkoelen.
-
2
Verwarm de oven voor op 220°C. Pel de knoflook. Hak 4 teentjes fijn. Pel de sjalot en snipper hem grof. Doe de schil en het sap van 1 citroen in een kom met de gehakte knoflook, zeezout en versgemalen peper. Meng met ¼ takje gesnipperde rozemarijn, de blaadjes van 1 takje tijm en een scheut olijfolie.
-
3
Maak met je vingers de huid los van de kippenborst. Smeer onder het vel wat kruidenmix. Smeer de rest uit over het vel. Leg de kip met de borst naar boven in een braadschotel. Snij de tweede citroen doormidden en doe de helften in de buik van de kip, samen met 1 takje rozemarijn, 2 takjes tijm en de 2 hele teentjes knoflook. Bind de poten toe met keukentouw. Verdeel de sjalot rond de kip en zet 30 minuten in de oven.
-
4
Bestrijk de kip met het granaatappelglazuur en zet ze nog 20 à 30 minuten in de oven, tot ze gaar is.
-
5
Maak de knolselderpuree. Schil de aardappelen en kook ze gaar in lichtgezouten water. Schil de knolselder, snij in blokjes en stoof die gaar in boter. Voeg eventueel wat water toe. Giet de aardappelen af, laat uitdampen en stamp fijn. Doe erbij. Stamp nog eens fijn. Voeg het ei, een klontje boter, nootmuskaat, selderzout en peper toe.
-
6
Maak de granaatappel open, maak de zaadjes los. Strooi over de kip. Serveer met de puree. Werk eventueel af met gehakte peterselie.