bereiding

1. 1

   Snij het vlees héél fijn. Hak de kleine, uitgelekte kappertjes fijn en roer door het vlees. Snipper de sjalotten fijn. Roer de helft, samen met 2 eetlepels gehakte peterselie, door het vlees.

2. 2

   Meng de dooier met de tabasco, mosterd, worcestershiresaus en selderijzout en meng door het vlees. Zet in de koelkast.

3. 3

   Maak de mayonaise. Doe de dooiers in een maatbeker, samen met enkele eetlepels citroensap en de mosterd. Zet er de mixer in en voeg er de olie in een straaltje aan toe tot de mayonaise de gewenste dikte heeft. Breng verder op smaak met peper en zout.

4. 4

   Schil de aardappelen en snij ze in frietjes. Spoel ze onder koud water en dep droog. Bak ze ongeveer 6 minuten in een friteuse op 160°C. Laat ze op keukenpapier afkoelen. Bak ze vlak voor het serveren krokant op 180°C.

5. 5

   Verdeel de tartaar in 4 porties. Vul er een dresseerring mee en duw aan.

6. 6

   Werk de tartaar af met de appelkappertjes, de resterende sjalot en de peterselie. Serveer met sla, tomaten, frieten en mayonaise.