bereiding

1. 1

   Maak de venkel schoon. Verwijder de toppen en snij de rest van de venkel in parten. Hou het groen apart voor de afwerking. Schil de appelen. Verwijder het klokhuis. Hak 1 appel in stukjes, snij de andere in 8 partjes. Pel de sjalotten en hak ze grof.

2. 2

   Doe de venkeltoppen in een pan, met de stukjes appel en sjalot. Overgiet met cider en laat 10 minuten op hoog vuur verdampen. Voeg 750 ml water toe, breng aan de kook, en laat in 15 à 20 minuten tot bijna de helft inkoken op een middelhoog vuur.

3. 3

   Stoof de partjes appel en venkel 2 minuten aan in boter. Zeef er de warme bouillon bij, breng aan de kook en laat nog 10 minuten koken. Breng de soep op smaak met ciderazijn, peper en zout.

4. 4

   Kruid de sint-jakobsnootjes aan beide kanten met het kerriepoeder en bak ze in 1 à
   2 minuten per kant goudbruin.

5. 5

   Verdeel de nootjes over 4 diepe borden, leg er de partjes bij en schep er de bouillon over. Werk af met venkelgroen.