bereiding

1. 1

   Maak eerst de pasta. Meng de bloem met de vijf eieren en het zout, voeg nog water toe tot je een homogeen deeg bekomt. Kneed gedurende 15 minuten tot een soepel deeg. Bol het deeg op en wikkel in plasticfolie, laat 30 minuten rusten in de koelkast.

2. 2

   Spoel de oesterzwammen en snij samen met de prosciutto in kleinere stukjes. Pel de knoflook en sjalot en snipper beide fijn. Verhit een pan met de olijfolie. Fruit er eerst de sjalot en knoflook in tot ze glazig gebakken zijn. Voeg dan de oesterzwammen toe en roerbak tot goudbruin zijn. Voeg als laatste de prosciutto toe en roerbak even mee. Kruid met een beetje zout, want de hesp is al gezouten, maar royaal met peper. Zet de vulling even aan de kant.

3. 3

   Maak de pesto. Spoel de rucola en oregano schoon en hak grof. Doe ze in een blender of keukenrobot. Rooster de pijnboompitjes en voeg samen met de parmezaan en de helft van de olijfolie toe. Mix tot een fijne pasta. Breng nog op smaak met peper en voeg olijfolie toe tot je een vloeiende pesto bekomt.

4. 4

   Portioneer de pasta en rol uit tot lange pastavellen. Dit kan met een pastamachine, maar lukt ook perfect met de deegrol. Rol uit tot een dikte van ongeveer 1,5 tot 2 millimeter. Leg ze op een werkvlak. Lepel wat van de vulling op een brede reep pasta. Maak verschillende hoopjes met een tussenruimte van 3 centimeter. Leg er een tweede pastavel bovenop, probeer zo weinig mogelijk lucht tussen de pasta te laten. Maak met een geholde hand kleine bolletjes rond de vulling en duw zo alle lucht eruit.

5. 5

   Snij met een pastasnijder met gekartelde rand rond de bolletjes. Werk zo alle vulling op. Leg de afgewerkte ravioli’s op een met bloem bestrooid bord.

6. 6

   Breng gezouten water aan de kook en kook de ravioli’s gedurende 3 à 4 minuten. Serveer met de pesto. Werk af met verse oregano en tijm.