bereiding

1. 1

   Verwarm de oven voor op 180°C. Schil de aardappelen, snij in stukken en kook gaar in gezouten water.

2. 2

   Maak het witloof schoon en halveer de stronkjes. Bak het witloof aan beide kanten in een klontje boter. Blus met het sinaasappelsap en voeg de kruiden toe. Kruid met peper en zout. Zet een deksel op de pan en braisseer het witloof. Bestrooi met wat suiker en laat karamelliseren. Laat het witloof uitlekken en bewaar het kookvocht.

3. 3

   Pel en snipper de sjalotten en de knoflook. Stoof in 40g boter. Bestuif met de bloem, laat drogen en giet de fond erbij. Doe er het kruidentuiltje bij en laat inkoken.

4. 4

   Kruid het vlees met peper en zout. Schroei de lamskoteletjes aan beide kanten dicht in boter. Haal uit de pan en schik in een ovenschaal. Gaar de koteletjes nog 10 à 12 minuten in de oven.

5. 5

   Hak de rozemarijn fijn en meng met het paneermeel en de mosterd. Bestrijk de bovenkant van het lam met het mengsel en gril 4 minuten in de oven. Haal het vlees uit de oven en laat 8 minuten rusten onder aluminiumfolie.

6. 6

   Giet de aardappelen af, laat kort drogen op het vuur en plet met de pureestamper. Hak de helft van het witloof grof en meng door de puree, samen met het kookvocht van het witloof.

7. 7

   Lepel op elk bord wat puree, schik er 2 halve stronkjes witloof op en overgiet met de saus. Leg er de koteletjes bij en werk af met geraspte sinaasappelschil.