bereiding

1. 1

   Snij het brood eerst in dikke sneden van 1½ cm en snij daarna in blokjes. Zet een pan op het vuur met de boter, laat smelten en bak er de stukjes brood in. Kruid met za’atar.

2. 2

   Schil de zoete aardappel en de wortelen en snij in grove stukken. Pel de ui en de knoflook en snipper fijn. Zet een pot op het vuur met de olijfolie en fruit de knoflook en de ui aan. Doe de komijn erbij en roer goed.

3. 3

   Voeg de zoete aardappel en de wortel toe en fruit kort mee zodat de smaken en de geuren goed vrijkomen. Voeg de kikkererwten toe, giet de bouillon erbij, voeg het kruidenboeket en de rozemarijn toe en breng aan de kook.

4. 4

   Laat de soep ongeveer 25 minuten pruttelen op een laag vuurtje zodat de groenten goed gaar zijn. Haal de kruiden uit de soep en mix de soep glad. Breng op smaak met peper en zout.

5. 5

   Werk de soep af met de korstjes, feta, grof gehakte pistachenoten, granaatappel en enkele blaadjes basilicum.