bereiding

1. 1

   Maak de saus. Pel en snipper de sjalot. Maak de champignons schoon en snij in fijne stukken. Stoof de sjalot in de boter. Voeg de champignons toe. Werk af met room, voeg het bouillonblokje toe en laat lichtjes verder sudderen. Kruid met peper.

2. 2

   Bak de spekjes krokant in wat boter en laat ze uitlekken op een vel keukenpapier.

3. 3

   Kook de kwarteleitjes hard in 3 minuten. Laat ze schrikken onder ijskoud water en pel ze. Tip: rol de eitjes voorzichtig en met lichte druk over het aanrecht, dan komt de schaal makkelijker los.

4. 4

   Klop het kippenei los in een bord en kruid met peper. Doe wat bloem in een bord. Doe ook wat panko in een bord en vernevel er met een plantenspuit wat water over. Paneer de eitjes: wentel ze eerst door de bloem, dan door het ei en tot slot door de panko. Kneed een mooi balletje deeg rond de eitjes.

5. 5

   Verhit flink wat arachideolie in een diepe pan of wok en frituur de kwarteleitjes goudbruin. Haal de kwarteleitjes uit de olie en laat ze even afkoelen voor je ze doormidden snijdt.

6. 6

   Vul de glaasjes voor 1/3 met champignonsaus. Strooi er een bodempje spekreepjes bovenop. Leg telkens een half kwarteleitje op de spekjes en werk af met enkele blaadjes waterkers.