bereiding

1. 1

   Pel en snij de ui grof. Pel en plet de knoflook. Spoel en schil de aardperen en de aardappelen. Snij ze in grove stukken.

2. 2

   Verhit een scheut olijfolie en stoof op een laag vuur de ui, de knoflook, de aardperen en de aardappelen 5 minuten. Blus met de melk en de kippenbouillon. Voeg het kruidentuiltje toe, breng aan de kook en laat 25 minuten zachtjes pruttelen.

3. 3

   Verwarm intussen de oven voor op 180°C. Spoel de boerenkool en dep ze droog. Snij de harde nerven uit de kool en hak de bladeren grof. Leg de stukken boerenkool op een bakplaat, besprenkel met olijfolie en kruid met peper en zout. Snij de rookworst in ringen of blokjes en leg ze tussen de boerenkool. Zet de bakplaat 15 à 18 minuten in de oven. Zorg dat de boerenkool niet te donker wordt, anders wordt hij bitter.

4. 4

   Haal het kruidentuiltje uit de soep en mix tot een zacht geheel. Kruid bij met peper en zout.

5. 5

   Garneer de soep met de krokante boerenkool en de rookworst en besprenkel met enkele druppels olijfolie.