bereiding

1. 1

   Maak de rijstpap. Snij het vanillestokje doormidden en schraap het merg eruit. Breng de melk aan de kook met de dessertrijst en het vanillestokje.

2. 2

   Laat na het koken de rijstpap indikken op een laag vuur. Voeg na zo'n 25 minuten de suiker toe. Blijf goed roeren met een houten spatel. Haal de pap van het vuur zodra de rijst gaar is.

3. 3

   Rasp de schil van de sinaasappelen en de citroenen. Pers 1 sinaasappel en 1 citroen. Doe de Grand Marnier en het sap bij de rijstpap. Voeg de schil toe en laat afkoelen.

4. 4

   Maak de banketbakkersroom. Klop de eidooiers, de suiker en het maïszetmeel op tot een lichte en luchtige massa. Voeg eventueel een klein scheutje melk toe als het mengsel te dik is.

5. 5

   Breng de melk aan de kook en voeg een beetje van de melk toe aan het eimengsel. Doe alles weer in de kookpot en breng aan de kook. Roer voortdurend tot de banketbakkersroom indikt. Laat afkoelen.

6. 6

   Verwarm de oven voor op 180°C. Meng de banketbakkersroom en de rijstpap onder elkaar en voeg nog 1 ei toe. Leg het deeg in een taartvorm van 24 cm diameter. Verwijder het overtollige deeg langs de randen van de taartvorm en prik met een vork gaatjes in de bodem.

7. 7

   Verdeel het mengsel over het deeg en bak 40 minuten in de oven. Laat de taart afkoelen. Werk de taart af met slagroom, plakjes mandarijn en gepofte rijst.