bereiding

1. 1

   Doe de gist in een kommetje en voeg de suiker toe. Los op in 50 ml warme melk. Roer glad. Zeef de bloem met 1 theelepel zout in een kom. Klop 1 ei los in een kommetje. Meng de gistoplossing met het losgeklopte ei, de bloem en de zachte boter (in blokjes) en de rest van de melk met een houten lepel.

2. 2

   Kneed verder met de hand gedurende 10 minuten of kneed het deeg in de keukenrobot, tot een homogene deeg - dus tot het als een bal van de wand loskomt, na 5 à 10 minuten. Dek de kom af met een doek en laat het deeg 40 minuten rijzen op een warme plaats.

3. 3

   Kneed het nogmaals snel door en verdeel het deeg in 4 gelijke delen die je tot worstjes rolt.

4. 4

   Beboter een briochevorm en bestuif met bloem. Neem het deeg en vlecht het brood strak op. Leg het in de vorm. Laat opnieuw afgedekt 1 uur rijzen. 


5. 5

   Verwarm de oven voor op 200° C. Bestrijk het deeg met het overige losgeklopt ei en zet het in het midden van de oven. Bak de brioche in 35 minuten goudbruin. Laat afkoelen op een rooster.