bereiding

1. 1

   Verwarm de oven voor op 185°C. Spoel de krieltjes, dep ze droog en wrijf ze in met olijfolie. Bak ze 35 tot 40 minuten in de oven of tot ze zacht zijn.

2. 2

   Spoel de komkommers en snij ze in dikke reepjes. Bestrooi ze met 1 koffielepel zout en laat 30 minuten uitlekken.

3. 3

   Pel de sjalot en snipper ’m heel fijn. Rasp de schil van de citroen en pers het sap eruit. Spoel de zeekraal goed. Meng de sjalot, de komkommer en de zeekraal met 2 eetlepels citroensap en 2 eetlepels olijfolie. Kruid met peper en eventueel nog een beetje zout. Zet in de koelkast.

4. 4

   Kruid de zure room met peper en zout en zet in de koelkast.

5. 5

   Pel en plet de knoflook. Meng 60 milliliter olijfolie met de knoflook, het gerookt paprikapoeder, 1 koffielepel geraspte citroenschil, peper en zout. Snij de langoustines met een scherp mes doormidden. Wrijf ze in met de knoflookolie en kruid met peper en zout.

6. 6

   Als de krieltjes gaar zijn, bereid je de langoustines. Verhit een grill. Gril de langoustines 1 minuut op de vleeskant, draai om en laat nog even verder garen.

7. 7

   Serveer de langoustines met het slaatje van komkommer en zeekraal, de krieltjes en de zure room. Besprenkel met de rest van de knoflookolie en werk af met dille.