bereiding

1. 1

   Schil de aardappelen en kook ze gaar in gezouten water. Spoel de prei en snij ’m in blokjes. Stoof de prei in 20 gram boter. Kruid met peper en zout. Giet de aardappelen af en pureer ze met de overige boter. Breng de puree op smaak met peper en zout en meng er de prei onder.

2. 2

   Pocheer de eitjes één voor één. Hou 4 blaadjes peterselie apart en hak de rest fijn.

3. 3

   Verdeel de puree over vier borden. Leg er een gepocheerd eitje op. Kruid met peper en zout. Werk af met garnalen en bladpeterselie.

4. 4

   Eieren pocheren doe je zo: vul een hoge pot voor 3/4 met water. Doe er een flinke scheut azijn in, geen zout! Breng het water aan de kook, zet het vuur zachter en hou het net onder het kookpunt. Breek elk ei in een aparte kop. Hou 1 eierschaal apart. Roer een draaikolk in het water, leg er de schaal in en zodra die afdrijft naar het midden en rondjes danst, kun je beginnen pocheren. Neem de schaal weg en laat één ei zachtjes in het water glijden.

5. 5

   Haal het er na zo’n 3 minuten uit met een schuimspaan en leg het op keukenpapier. Doe dit met elk ei apart.