Aardbeientaartjes
bereiding
-
1
Maak de mousse. Maak de aardbeien schoon, verwijder de kroontjes en pureer de vruchtjes. Week de gelatineblaadjes in koud water. Klop de slagroom stijf. Verwarm de aardbeienpuree met de suiker in een pannetje. Het mengsel hoeft niet te koken.
-
2
Los de geweekte en uitgeknepen gelatine op in de aardbeienpuree. Laat de puree even afkoelen. Spatel er de opgeklopte slagroom door. Doe de mousse in een spuitzak met een (glad of gekarteld) spuitmondje van 15 mm en laat ze zo minstens 1 uur opstijven in de koelkast.
-
3
Verwarm de oven voor op 200°C boven- en onderwarmte. Bekleed 4 taartvormpjes van 10 cm diameter met het kruimeldeeg op het bakpapier. Prik met een vork gaatjes in de bodem, leg er een stukje bakpapier op en vul met een steunvulling zoals droge rijst of linzen. Bak de bodempjes 15 à 20 minuten in de oven, tot ze mooi goudbruin en gaar zijn. Ontvorm ze en laat ze afkoelen op een rooster.
-
4
Spuit in het midden van elk deegbodempje een flinke toef van de aardbeienmousse. Maak de grote aardbeien schoon en verwijder de kroontjes. Halveer de vruchtjes. Plaats ze rondom de toef aardbeienmousse, met het puntje naar boven.
-
5
Smelt de aalbessengelei in een pannetje. Strijk met een borsteltje een dun laagje aalbessengelei op de aardbeien, zodat ze mooi glanzen. Werk eventueel af met wat (eetbare) bloemetjes.