bereiding

1. 1

   Maak het pizzadeeg. Meng de gist met 175 milliliter water en laat het mengsel enkele minuten staan. Meng de twee soorten bloem met de suiker, de olijfolie en het zout, meng er de gist en het water onder en kneed met de keukenrobot, de broodmachine of je handen tot een egaal elastisch deeg. Leg het deeg in een afgesloten kom en laat het minstens 4 uur en bij voorkeur een nacht rijzen in de koelkast.

2. 2

   Haal het deeg 1.30 uur voor het bakken uit de koelkast. Verdeel het in 2 gelijke stukken en bol ze op met de hand. Bestrooi ze met griesmeel, dek ze af met een handdoek en laat ze rijzen op kamertemperatuur tot de bollen ongeveer verdubbeld zijn in grootte.

3. 3

   Maak de topping. Pel en pers de knoflook. Snij de abdijkaas in plakjes en smelt ze met de mascarpone en de knoflook op een laag vuur. Zet de crème opzij en laat ze afkoelen. Ook dit kun je een dag vooraf doen.

4. 4

   Kook de peultjes 30 seconden en laat ze meteen schrikken onder koud water. Rasp de schil van de citroen tot je 1 koffielepel hebt. Hak de blaadjes van de dragon en de peterselie fijn. Snij de peultjes in reepjes en meng ze met de dragon, de peterselie, de citroenschil, enkele druppels citroensap en de olijfolie. Kruid ze met peper en zout.

5. 5

   Verwarm de (hout)oven voor. Duw of rol de deegbollen op een met griesmeel bestrooid oppervlak uit tot heel dunne cirkels. Besmeer ze met de kaascrème en bak ze in de oven als die een temperatuur van minstens 250°C heeft. Bak de pizza's 2 minuten.

6. 6

   Beleg de pizza's met de gemarineerde peultjes en de extra bladpeterselie. Besprenkel ze eventueel met wat chiliolie.