Winterse cannelloni met pecorinosaus
bereiding
-
1
Verwarm de oven voor op 185°C. Snij de kip in blokjes en kruid ze met kipkruiden. Bak ze goudbruin en krokant in boter en olijfolie.
-
2
Pel en pers de knoflook. Maak de champignons schoon en snij ze in kleine blokjes, maar hou 1 grote koningsoesterzwam uit de mix apart voor de afwerking. Maak het preiwit schoon en snij het in ringen.
-
3
Verhit boter en olijfolie in een pan en fruit de knoflook. Voeg de prei en de champignons toe, kruid ze met peper en zout, rist er de tijm bij en roerbak de groenten krokant en gaar. Voeg de mascarpone en de gebakken kipblokjes toe en roer los. Breng op smaak met citroensap, nootmuskaat, peper en zout.
-
4
Kook de lasagnevellen 2 minuten in lichtgezouten water. Haal ze met behulp van een schuimspaan voorzichtig uit het water en laat ze naast elkaar uitlekken op een propere keukenhanddoek. Lepel wat vulling in het midden van elk lasagnevel en rol dat voorzichtig op.
-
5
Maak de saus. Smelt de boter in een steelpannetje en lepel er de bloem bij. Roer tot een roux en blus met de melk. Laat op een zacht vuur indikken tot een gladde bechamel. Neem van het vuur en strooi er de pecorino en de oude kaas bij. Roer tot een gladde saus en fris op met een beetje citroensap. Kruid met peper en een beetje zout.
-
6
Lepel een bodempje van de kaassaus in een ovenschaal en leg er de lasagnerolletjes in. Lepel de rest van de saus erover en eindig met de gehalveerde oesterzwam en de extra takjes tijm. Bak de cannelloni nog 20 à 25 minuten in de oven.