bereiding

1. 1

   Kook de rijst gaar volgens de aanwijzingen op de verpakking. Giet hem af en laat hem uitlekken. Pel en snipper de sjalot. Snipper de koriander. Verhit arachideolie in een wok en fruit er de sjalot in aan. Voeg de rijst, de pompoenpitten en de zonnebloempitten toe en wok tot de rijst krokant is en de pitten zachtjes beginnen te poffen. Neem van het vuur en meng er de koriander onder. Hou de rijst warm.

2. 2

   Maak de rode paprika’s schoon en snij ze in blokjes. Schil en rasp de gember. Schil de verse ananas en snij hem in blokjes. Snij de kip in blokjes en kruid ze met kippenkruiden.

3. 3

   Verhit olie in een wok en bak de kipblokjes krokant. Neem ze uit de pan: ze hoeven nog niet helemaal gaar te zijn. Maak de pan schoon, doe er opnieuw olie in en roerbak de paprika’s en de geraspte gember. Voeg de zoetzure saus toe. Voeg de kipblokjes weer toe en laat ze op een zacht vuur 10 minuten pruttelen. Voeg op het einde de ananas en de sojascheuten toe. Schep alles om.

4. 4

   Rooster de cashewnoten in een pan zonder vetstof en hak ze grof. Serveer de rijst met de zoetzure kip. Werk ze af met de cashewnoten en extra koriander. Geef er de kroepoek bij.