bereiding

1. 1

   Verwarm de oven voor op 180°C. Schil en ontpit de appelen. Snij ze met een mandoline, de keukenrobot of een scherp mes in flinterdunne plakjes. Besprenkel ze met citroensap.

2. 2

   Klop de eieren los met de suiker, de melk en de gesmolten boter. Voeg de zaadjes uit het vanillestokje, de bloem, het bakpoeder en het zout toe. Haal de plakjes appel vluchtig door het beslag en laat ze uitlekken.

3. 3

   Vet een rechthoekige bakvorm van 23 op 13 cm in met een beetje boter en bestrooi hem met bloem. Leg de plakjes appel in laagjes in de bakvorm. Overgiet ze met het overgebleven beslag (dat niet aan de appeltjes is blijven kleven).

4. 4

   Zet de taart 50 tot 60 minuten in de oven. Laat ze afkoelen en serveer ze in plakken, bestrooid met kaneelsuiker.