Pompoen-vanillecake met witte ganache
bereiding
-
1
Verwarm de oven voor op 170°C. Maak de vanillecake. Mix de boter romig met de suiker en de vanillesuiker. Voeg de eieren één voor één en al mixend toe. Zeef er de bloem bij, voeg het zout toe en mix tot een glad beslag. Stort het beslag in een ingevette en bebloemde cakevorm van 25 cm lang.
-
2
Maak de pompoencake. Mix het ei met de pompoenpuree, de honing en het vanille-extract. Meng er het haver- en amandelmeel, de verschillende specerijen en het bakpoeder onder. Schep het beslag in de tweede ingevette en bebloemde cakevorm van 25 cm lang. Bak beide cakes ongeveer 1 uur in de oven, tot ze goudbruin en gaar zijn. Laat ze na het bakken enkele minuten in de vorm afkoelen. Stort ze vervolgens op een rooster en laat ze verder afkoelen.
-
3
Maak de ganache. Breng de room aan de kook. Doe de witte chocolade in een hittebestendige kom en giet er de kokende room over. Roer met een garde tot de chocolade is opgelost. Voeg de boter, in vlokjes, toe en doe er ook de geraspte sinaasappelschil bij. Mix tot een gladde ganache. Laat hem afkoelen.
-
4
Snij met behulp van een broodmes de vanillecake horizontaal in 2 mooie gelijke plakken van ongeveer 1,5 cm dik. Snij uit de pompoencake 1 mooie plak van 1,5 cm dik. Zorg ervoor dat de 3 plakken net even breed en lang zijn. Snij de zijkanten mooi recht.
-
5
Smeer een laagje van de ganache uit over een plak vanillecake. Leg er de plak pompoencake op en smeer er opnieuw een laagje ganache op. Dek af met de tweede plak vanillecake en druk iets aan. Laat de cake minstens 1 uur opstijven in de koelkast.
-
6
Meng voor de afwerking de poedersuiker met 1/2 eetlepel water . Let erop dat het glazuur niet te lopend is. Bestrijk er mooi de bovenkant van de cake mee. Bestrooi die met de geroosterde amandelen en laat het glazuur verder opstijven in de koelkast. Snij de cake vlak voor het serveren in mooie plakken.