Punch, helemaal terug van weggeweest
Scheppen, toasten en sippen maar!
Zie je het voor je? Tijdens feestjes in Amerikaanse films wordt even vaak ‘a big bowl of punch’ geserveerd als wij Belgen een flesje bubbels kraken. Logisch ook, want zo'n gezellige bowl vol frisse punch ziet er cool uit, is superlekker én kan je pimpen naar hartelust.
5 x voordelen
- Je kunt het drankje uren op voorhand maken.
- Je gasten scheppen zelf bij (en jij hebt je handen vrij!)
- Je kunt heel creatief en mysterieus uit de hoek komen (wat is die heerlijke smaak toch?)
- Je kunt het drankje aanpassen aan elk seizoen en gelegenheid. Watermeloen in de zomer. Sinaasappel met kruidnagel in de winter! Met of zonder alcohol.
- Het ziet er heel gezellig uit: grote kom op tafel, leuke glaasjes en aperitieven maar!
Wat is het eigenlijk?
Punch kun je vergelijken met sangria. Volgens het traditionele Indische recept (punch komt uit het 18de-eeuwse India) gebruik je telkens vijf ingrediënten: water, thee, alcohol, citroen en suiker. Tegenwoordig staan kookboeken vol met de meest uiteenlopende variaties. Alles kan, en alles mag, maar er bestaat wel zoiets als de klassieke punch regel wanneer je twijfelt aan de juiste verhoudingen.
Bijvoorbeeld:
- 1 deel zuur: 10cl limoensap
- 2 delen zoet: vb. 20cl suikersiroop
- 3 delen alcoholisch: vb. 30cl goede witte rum
- 4 delen niet-alcoholisch: vb. min. 40cl verse watermeloensap
Uiteraard maak je 'm zoals jij zelf wilt: zo zoet, zuur of zo straf mogelijk! Wat is jouw voorkeur?