Kalkoen eten op Kerstmis. Waarom doen we dat ook weer?
Back to the roots
Ja, waarom eten we eigenlijk kalkoen met Kerstmis? Om die vraag te beantwoorden moeten we terug in de tijd. Naar het einde van de WOII om precies te zijn.
Amerikaanse en Canadese bevrijders werden hier na de oorlog op handen gedragen. Alles wat ze met zich meebrachten – sigaretten, chocolade én kalkoen – kreeg een aura van begeerlijkheid.
Kalkoen op Thanksgiving
En de link met Kerstmis dan? Die danken we ook aan de Amerikaanse en Canadese bevrijders van de Tweede Wereldoorlog. Voor hen was en is kalkoen de ster van de feesttafel op Thanksgiving. Dankzij hen werd het ook bij ons het feestgevogelte bij uitstek. Met één kalkoen kun je namelijk vele monden spijzen. De vogel is dan ook bijzonder geschikt voor familiefeesten zoals Kerstmis.
Maar ook de Engelse schrijver Charles Dickens verdient wat credits voor onze kalkoentraditie. In 1843 had hij het al over opgevulde kalkoen in zijn novelle A Christmas Carol. Kalkoen werd geen instanthit dankzij Dickens; de vogel was enkel weggelegd voor de gegoede adel. Jan met de pet moest zich tevreden stellen met kip of gans. Pas na de jaren '50 werd kalkoen goedkoper en toegankelijker voor het grote publiek.
De Boerinnenbond
In het kookboek van de Boerinnenbond uit 1977 stonden amper drie kalkoenrecepten. De traditie om kalkoen te eten op Kerstmis is er niet altijd geweest, maar is langzaamaan gegroeid. In 2012 werd in ons land al twaalf miljoen kilogram kalkoen gegeten – of zo'n 1,1 kilogram per Belg. In tegenstelling tot in 1977 bestaat er vandaag een hele waaier aan kalkoenrecepten. Klassiek gebraden, gevuld, in een rollade of in een terrine,… Wat kies jij?
Ontdek ook deze 11 knapperige kalkoentips.
Lekker veelzijdig
Kalkoen is vol van smaak en ontzettend veelzijdig. Het combineert de voordelen van mager wit vlees zoals kip met de krachtige smaak van rode vleesvarianten. Zoals je hierboven las, schopte de kalkoen het de afgelopen decennia tot het feestbeest bij uitstek en is hij een graag geziene gast aan de kersttafel. Jammer genoeg piekt zijn populariteit enkel tijdens het eindejaar. Nochtans is het beestje een uitstekende bron van eiwitten voor élke dag. Daarnaast is het vlees ook rijk aan vitamine D. De Fransen noemen kalkoen niet voor niks 'la viande de tonus' of 'het vlees van de veerkracht'. Zet daarom doordeweeks ook eens kalkoen op het menu.