Meest recente artikelen

Olijven: de ene is de andere niet

Olijke olijfjes

Olijven: de ene is de andere niet Artikel

Groen, zwart, klein, groot, zacht, hard, met of zonder pit... Olijven happen lekker weg, maar wat is het verschil tussen alle verschillende soorten? Waar let je op in de winkel? En hoe bewaar je ze het best? Alles over olijven!

Olijven zijn de vruchtjes van de olijfboom, die geplukt worden in de maanden september en oktober. De bomen gedijen het best in een zacht mediterraan klimaat. Geen wonder dus dat de meeste olijven uit Spanje, Griekenland en Italië komen.

Groene of zwarte olijven?

Aanvankelijk zijn alle olijven groen en stevig. Als ze langer aan de boom in de zon hangen, worden ze donkerder van kleur (van paars tot bijna zwart) en zachter van structuur. Groene en zwarte olijven hangen dus aan exact dezelfde boom. Vers geplukt zijn ze te bitter en kun je ze niet meteen opsmullen. Sommige worden geperst tot olijfolie. Andere krijgen vijf à zes maanden een pekelbad om tot tafelolijven te worden verwerkt.

De juiste keuze

  • Kijk bij het shoppen steeds naar de herkomst en wees niet te gierig. De prijs kan enorm verschillen, maar de kwaliteit ook.
  • Al te vaak worden groene exemplaren te snel door een zoute spoeling gehaald, waardoor ze in enkele uren eetbaar worden.
  • Vind je in de supermarkt erg gladde zwarte olijven, dan gaat het om gekleurde groene olijven. Die laat je beter links liggen.
  • Vers geschepte olijfjes die je aan jouw favoriete marktkraam koopt, kun je nog zo'n tien dagen bewaren. Zet ze afgedekt in de koelkast en leng ze eventueel aan met extra vierge olijfolie en optioneel wat water.

Onze 6 favoriete soorten olijven

Taggiasca

Hoewel ze eerder klein zijn, zijn dit echte Italiaanse smaakbommetjes: zoet bij de eerste beet, wat bitterder bij het doorslikken. Ze komen oorspronkelijk uit de omgeving van Ligurië, waar nu nog steeds de meeste Taggiasca-olijven gekweekt worden, maar hebben zich ook over de rest van Italië verspreid.

Ze rijpen zo lang mogelijk aan de boom. Na het handmatig plukken, wassen en pekelen worden ze bewaard met smaakmakers zoals knoflook, venkel en citroen. Je vindt de Taggiasca in de traditionele Italiaanse keuken vaak terug in recepten met kip en konijn, maar ook met vis en aardappelen. Ze zijn ook populair als topping van een klassieke focaccia.

Taggiasca olijven

Geproefd en gesmaakt: lekker zacht van structuur, geen uitgesproken bittere nasmaak, eerder neutraal zelfs. Een olijf die geliefd is bij iedereen!

Nocellara

De stevige Siciliaanse Nocellara is dubbel zo groot als klassieke groene olijf en dus ideaal om uit het vuistje te eten. In Italië worden ze vaak geserveerd bij een traditionele kaasplank. Bijzonder is dat ze geschikt is om zowel olie van te persen als om als tafelolijf te serveren.

De Nocellara bevat veel vet (wat nodig is om te persen) én veel smaak. Ze zijn mild en boterachtig van smaak en herkenbaar aan hun unieke grootte, ietwat puntige vorm en intens groene kleur. Ze worden handmatig geoogst en nog dezelfde dag gepekeld en opgeslagen. Hierdoor hebben de Nocellara's een beschermde status in Europa.

Nocellara olijven

Geproefd en gesmaakt: eerder knapperig van textuur, met een grote pit, fruitig en een tikkeltje zoet van smaak en helemaal niet bitter.

Arbequina

Deze Spaanse olijfsoort is vooral bekend van de heerlijke olijfolie, die geelgroen is van kleur en delicaat van smaak. Maar wist je dat je de Arbequina ook zo kunt eten? De olijfbomen, die vooral in Catalonië en Andalusië groeien, zijn klein – ideaal om met de hand te plukken.

Arbequina's worden als een van de eerste olijfsoorten aan het begin van het seizoen geplukt. Ze zijn relatief klein, iets bruiner van kleur en ook een tikkeltje ronder dan andere olijven. Ze smaken licht fruitig en een beetje pikant, afhankelijk van hoe rijp ze zijn als ze geplukt worden.

Arbequina olijven

Geproefd en gesmaakt: een beetje pikanter en iets wranger van smaak, interessant om op te leggen met extra citroen.

Hojiblanca

De naam van deze Spaanse olijf verwijst naar de witte onderkant van de blaadjes van de boom waaraan ze groeien. Deze olijf wordt vooral in de streek rond Malaga geteeld en het is de derde populairste soort van Spanje.

De groene olijven worden geplukt in november en december. De zwarte olijven blijven soms zelfs hangen tot maart of april. Ze worden zowel tot tafelolijven als in olijfolie verwerkt. De structuur is stevig, waardoor ze ook makkelijk machinaal kunnen worden ontpit. Ze smaken wat ziltig en toch ook bitter. Vaak worden ze bij het inblikken nog extra op smaak gebracht met kruiden zoals tijm, venkel, laurier en oregano.

Hojiblanca olijven

Geproefd en gesmaakt: een beetje bitter en ziltig, de typische olijfsmaak dus. Ze happen lekker weg.

Kalamata

De bekendste Griekse olijf is ongetwijfeld de Kalamata. Je herkent ze aan de paars-zwarte kleur en het relatief grote formaat. Andere zwarte olijven zijn immers vaak een pak kleiner.

De naam komt van de eerste boomgaarden in de buurt van Kalamata, op het Griekse vasteland. De olijven hebben er net als feta een beschermde status. Ze worden zo laat mogelijk én met de hand geoogst. Deze olijf is een echte allemansvriend, zelfs kinderen zijn er dol op. De fruitige smaak maakt ze populair op aperoplanken en in salades én perfect voor tapenades.

Kalamata

Geproefd en gesmaakt: beetje bitter, iets wranger en minder zoet van smaak dan de Taggiasca. Koop hiervan zeker de duurdere, kwaliteitsvolle variant.

Manzanilla

De Manzanilla is één van de meest gegeten olijfsoorten ter wereld. Ze wordt vooral gekweekt in de streek rond Sevilla in Andalusië. De boom is niet zo heel groot, waardoor er veel bomen in een boomgaard geplant kunnen worden. Bovendien heeft elke boom een hoge opbrengst.

Deze Spaanse olijf is appelvormig, heeft een vlezige structuur en smaakt naar amandelnoten. Je kunt ze zowel vers als in blik of bokaal kopen. Door hun stevige structuur worden ze vaak gebruikt om te vullen, bijvoorbeeld met knoflook, peper of paprika. Van de olijven wordt ook olijfolie gemaakt: die is diepgroen van kleur en smaakt lekker pittig en bitter.

Leuk weetje: de Manzanilla is dé olijf van de klassieke Martinicocktail.

Manzanilla

Geproefd en gesmaakt: knapperig van structuur, pittig en licht kruidig van smaak. Geen wonder dat deze olijf zo lekker is in combinatie met een bitterzoete cocktail.

Dol op olijven? Probeer ook eens deze recepten

Wil je deze recepten bewaren? Dat kan met één klik op de knop. Lees hier hoe je het doet.

Volg ons op FacebookInstagramPinterestYouTube en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Lees ook…

  • Deel dit artikel

Schrijf je in voor de lekkerste nieuwsbrief!

Gerelateerde artikelen