bereiding

Voorbereiding

1. 1

   Verwarm de oven voor op 220°C. Maak het deeg. Zeef de bloem en het zout. Doe er de boter, suiker, het ei en het vanille-extract bij. Bewerk tot een kruimelige massa en kneed vervolgens tot een samenhangend deeg. Maak er een bol van en leg 1 uur in de koelkast. 

2. 2

   Schil de appels, snij ze in kwarten en verwijder het klokhuis. Besprenkel ze meteen met citroensap, om verkleuren te voorkomen. Bestrooi ze als je dat lekker vindt met wat kaneel.

3. 3

   Laat de boter voor de vulling smelten in een bakvorm of pan van 22 à 24 cm diameter, die op het vuur én in de oven kan (bijvoorbeeld van gietijzer). Strooi er de suiker in. Schik er de appelpartjes in, op de snijkant. Zet 15 minuten in de oven, tot de appels lichtjes karamelliseren. Draai ze dan met de bolle kant naar onderen.

4. 4

   Rol het deeg op een met bloem bestoven werkvlak iets groter uit dan de vorm. Sla het deeg om de deegrol en rol het dan over de appels heen weer af. Stop het deeg langs de rand in de vorm en prik er met een vork enkele gaatjes in. Zet de taart 25 tot 30 minuten in de oven. 

5. 5

   Laat de tarte tatin een paar minuten afkoelen in de vorm, maar niet volledig. Trek ovenwanten aan, zet een bord of serveerschaal op de vorm en draai de taart in één snelle beweging om. Ontvorm.