bereiding

Voorbereiding

1. 1

   Verwarm de oven voor op 200°C. Los de gist op in 250 ml lauwwarm water en laat 10 minuten rusten. Doe de bloem in een kom en roer er 1 eetlepel zout door. Maak een kuiltje in de bloem en giet daar het gistwater in met 2 eetlepels olijfolie. Kneed tot een glad en soepel deeg en vorm een bal. Laat het deeg 10 minuten rusten in een kom met een vochtige doek erover.

2. 2

   Rol het deeg uit (1 à 2 cm dik) op een vel bakpapier en laat 10 minuten rusten. Kneed opnieuw tot een bal en rol weer uit op bakpapier tot een lap van 2 cm dik. Laat 20 minuten afgedekt rusten op kamertemperatuur.

3. 3

   Meng in een kom 2 eetlepels water en 1 koffielepel zout. Roer er vervolgens 35 ml olijfolie door.

4. 4

   Maak met je vinger putjes in het deeg. Kwast het deeg in met het olie-watermengsel. Bak de focaccia 25 minuten in de voorverwarmde oven.

5. 5

   Snij intussen de aardappelen in dunne plakjes. Meng ze met 2 eetlepels olijfolie, de rozemarijn, het zout en de peper. Spreid de aardappelschijfjes uit op een bakblik en bak 5 minuten mee in de oven. Schik de aardappelen op de focaccia en bak nog 4 minuten.