Rozemarijnfocaccia met zongedroogde tomaat, mortadella en pistache
bereiding
-
1
Maak de focaccia. Meng 360 milliliter lauw water met de suiker en de droge gist in een kom en laat het mengsel 5 à 10 minuten staan, tot de gist actief wordt en je luchtbelletjes ziet. Hak de rozemarijn fijn.
-
2
Voeg de bloem en het zout toe aan de gistmengeling en kneed tot je een zacht deeg krijgt. Voeg langzaam de olijfolie toe, doe er dan de fijngehakte rozemarijn bij en kneed het deeg 8 à 10 minuten tot het glad en elastisch is. Je kunt dit met de hand doen of een keukenmachine gebruiken met een deeghaak.
-
3
Vet een kom licht in met olijfolie, leg het deeg erin en dek de kom af met een schone theedoek. Laat het deeg op een warme plek 1 uur rijzen, of totdat het in volume verdubbeld is.
-
4
Verwarm de oven voor op 220°C. Vet een bakplaat of ovenvaste schaal in met olijfolie.
-
5
Haal het deeg uit de kom en druk het uit op de bakplaat, zodat het de hele plaat bedekt. Duw met je vingers kuiltjes in het deeg, zodat de typische focacciastructuur ontstaat.
-
6
Laat het deeg nog 15 à 20 minuten rusten op de bakplaat zodat het opnieuw kan rijzen. Besprenkel de focaccia met een beetje extra olijfolie en bestrooi hem met de zoutvlokken. Bak de focaccia in 20 à 25 minuten mooi goudbruin in de oven.
-
7
Laat de focaccia een beetje afkoelen. Hak de pistaches fijn. Beleg de focaccia met de ricotta, de zongedroogde tomaten, de mortadella, de kappertjes, de fijngehakte pistachenootjes en de venkelzaadjes. Werk hem af met wat olijfolie, peper en zout.