bereiding

1. 1

   Splits de eieren.

   Klop de eiwitten stijf met een snuifje zout.

   Strooi er de helft van de suiker bij en blijf kloppen tot het schuim glanst.

2. 2

   Splijt het vanillestokje overlangs en doe het samen met de melk in een pannetje.

   Verwarm tot tegen de kook aan.

   Lepel er hoopjes eiwitschuim in (hooguit drie tot vier per keer ) en pocheer ze ongeveer 2 minuten, of tot ze ietwat stevig zijn.

   Schep ze met een schuimspaan op een vochtige doek en laat ze even opdrogen.

3. 3

   Klop de eierdooiers los met de rest van de fijne suiker.

4. 4

   Schraap het vanillestokje uit en voeg het merg bij de melk.

   Breng die weer tot tegen de kook aan.

   Schenk de kokendhete melk al roerend bij de eierdooiers.

   Giet de crème weer in de pan, laat op een zacht vuur indikken en roer voortdurend.

   Laat niet meer koken!

5. 5

   Spoel de kommetjes met koud water.

   Giet er de crème in.

   Laat afkoelen onder een vochtige doek, zo komt er geen vel op.

6. 6

   Leg net voor het opdienen de gepocheerde eiwitbolletjes op de gekoelde crème.

   Werk eventueel af met karamelsaus.