bereiding

1. 1

   Vermeng beide soorten bloem met de cacao, de vanillesuiker en de bruine suiker.

2. 2

   Los de gist op in de lauwe melk en giet het bij het bloemmengsel. Roer het goed door elkaar en laat 10 minuten afgedekt rusten.


3. 3

   Splits de eieren. Smelt de boter en laat ze wat afkoelen, voeg ze dan met de eidooiers en het zout bij het deeg en klop alles door elkaar. Laat het nog eens 30 minuten rusten op een warme plaats.

4. 4

   Laat diepgevroren kersen ontdooien. Spoel de veenbessen. Halveer de granaatappel en haal de pitjes eruit. Meng de granaatappelpitten, kersen en veenbessen met de honing en het sinaasappelsap in een kookpan. Verwarm 5 tot 10 minuten op een zacht vuur, neem het van het vuur.
 Laat uitlekken, maar vang het sap op.

5. 5

   Verwarm het wafelijzer op de hoogste stand en vet het in. Bak de wafels in porties. Werk ze af met het uitgelekte fruit en eetbare bloemen. Serveer er naar eigen wens het warme vruchtensap afzonderlijk bij.