bereiding

1. 1

   Haal het spek 1 uur op voorhand uit de koelkast en laat het op kamertemperatuur komen.

2. 2

   Verwarm de oven voor op 240°C. Rooster de witte peper, nootmuskaat en kruidnagel in een pannetje op een zacht vuur tot ze lekker beginnen te ruiken. Dep het buikspek droog met wat keukenpapier en snij het vet kruiselings in. Zorg ervoor dat je niet in het vlees snijdt. Druppel de olijfolie erover en bestrooi met het zout. Leg het buikspek met de velkant naar beneden en bestrijk het met de kruidenmengeling.

3. 3

   Leg de ui en de knoflook ongepeld in een grote ovenschaal. Leg hier het buikspek op met de velkant naar boven en gaar 25 tot 35 minuten in de oven tot het vel mooi krokant is. Is het vel niet krokant genoeg? Verwijder het dan voorzichtig na het garen en leg het even onder de ovengrill.

4. 4

   Haal het vlees uit de oven en verlaag de temperatuur van de oven tot 160°C. Doe de laurierblaadjes en de kippenbouillon erbij in de ovenschaal. Zorg er wel voor dat je de bouillon niet over het krokante vel giet. Laat 1.05 uur roosteren in de oven tot het vlees mooi gaar is. Haal het buikspek uit de ovenschaal en laat 30 minuten afkoelen onder aluminiumfolie. Zet de ovenschaal met de rest even apart.

5. 5

   Maak de perensalsa. Verhit een grillpan en bestrijk met wat olijfolie. Snij de peren in 4 en gril ze even in de pan. Hak het vruchtvlees fijn. Maak de tomaat, chilipeper en lente-uitjes schoon en snipper fijn. Meng ze samen met de balsamicoazijn onder de peer.

6. 6

   Verwijder het overtollige vet uit de ovenschaal met een schuimspaan. Knijp de knoflook en de ui uit bij de jus in de ovenschaal. Mix het geheel tot een saus. Doe 1/3 hiervan onder de salsa. Serveer het buikspek met de perensalsa en de rest van de vleessaus.