bereiding

1. 1

   Maak de kolen schoon. Kook ze in hun geheel gaar in gezouten water: voor de witte kool duurt dat 25 minuten, voor de groene kool 15 minuten. Haal de kool uit het water en laat uitlekken en afkoelen.

2. 2

   Kook de rijst gaar volgens de aanwijzingen op de verpakking. Spoel af en laat goed uitlekken.

3. 3

   Pel en snipper de ui. Smelt de boter en bak daarin de ui glazig. Voeg het gehakt toe en bak het rul. Haal van het vuur, voeg de rijst en het ei toe en kruid met peper en zout. Zet de vulling apart.

4. 4

   Maak de koolbladeren los en snij de nerven eruit. Spreid de bladeren en verdeel de vulling over de bladeren. Maak rolletjes door de bladeren over de vulling naar binnen te vouwen. Rol van de dikke naar de dunne kant.

5. 5

   Verwarm de oven voor op 190°C. Leg alle rolletjes in een grote ovenschaal. Je mag ze gerust op elkaar stapelen. Voeg wat water toe tot de rolletjes half onder- staan, dek goed af met aluminiumfolie en gaar 30 minuten in de oven.

6. 6

   Maak de saus. Smelt de boter in een diepe sauspan. Roer de bloem erdoor tot je een koekjesgeur ruikt. Voeg nu de koude bouillon en de rest van de ingrediënten toe. Roer met een lepel de tomaten fijn. Dek gedeeltelijk af en laat 20 minuten doorkoken.

7. 7

   Zodra het water in de ovenschaal tot 1⁄4 verdampt is, giet je de saus over de koolrolletjes. Laat nog 20 minuten verder garen in de oven, nu zonder folie. Strooi de peterselie erover en serveer.